Uit de analyses blijkt dat het dieet van de oude Pompejanen lang niet zo eenzijdig of karig was als vaak wordt aangenomen. De onderzochte huizenblokken behoorden toe aan de middenklasse en boden plaats aan een twintigtal restaurants. De onderzoekers vonden er tal van gemineraliseerde en verkoolde etensresten terug, onder meer in de afvoerbuizen en de toiletten.
De resten bleken afkomstig van granen, vruchten, olijven, vis, noten en kippeneieren. Dat waren destijds goedkope en wijdverspreide producten in de streek. Daarnaast vonden de wetenschappers ook resten van "exotische" dieren terug. Zo aten de onfortuinlijke inwoners van de stad onder meer giraf, flamingo en zee-egel. Dit wijst erop dat afstand destijds geen probleem vormde om voedingswaren te importeren.
Op het toppunt telde Pompeï 20.000 inwoners. Eerdere opgravingen hebben al aangetoond dat de stad de thuishaven was van een geavanceerde beschaving met een complex irrigatiesysteem, een amfitheater, een haven en een gymnasium. De rijken beschikten over ruime villa's, forums en badhuizen. Hoewel Pompeï doorheen de tijd geregeld in andere handen viel, was de stad voortdurend een belangrijke draaischijf voor goederen die van over zee werden aangevoerd.