Het meisje beloofde het. Ze hield zich aan haar belofte, nu ja, ze vertelde het alleen aan haar moeder. En die moeder vertelde het ook aan niemand door, alleen aan haar beste vriendin… Enfin, binnen een paar uur wist heel Florence het. Het geheim was geen geheim meer en de jongeman was voor eeuwig een bronzen everzwijn. Misschien dat een kus op zijn bronzen snoet ooit die betovering kan verbreken…’
De meeste mensen kussen het everzwijntje, dat in Florence bekend staat als Il Porcellino, echter niet meer op zijn neus, maar aaien er even overheen om zich van een terugkeer naar Florence te verzekeren. Voor een beetje geluk moet je iets meer je best doen: gooi een muntje tussen de poten van het zwijntje en zorg ervoor dat het in één keer in het rooster rolt.
Voor wie wil weten waar het bronzen everzwijn echt vandaan komt: het is in 1612 vervaardigd door Pietro Tacca. De vorm ontleende hij aan een Romeinse kopie van een Hellenistisch origineel, dat nu in de Galleria degli Uffizi te bewonderen is. Het originele bronzen beeld bevindt zich in het Museo Bardini.
Het zwijntje was oorspronkelijk bedoeld voor de Giardino di Boboli, de enorme tuinen achter het Palazzo Pitti. Il Porcellini heeft het groen van de Boboli-tuinen echter nooit mogen aanschouwen. Het zwijntje werd in eerste instantie met zijn snuit naar het oosten geplaatst, aan de Via Calimala, precies tegenover de Farmacia del Cinghiale, de apotheek van het wilde zwijn.
De massa’s toeristen die het zwijntje over zijn snuit kwamen aaien versperden echter zo vaak de doorgang, dat het gemeentebestuur al snel besloot het zwijntje te verhuizen naar de andere kant van de Mercato Nuovo. Daar laat hij zich nog steeds geduldig over zijn neus aaien – zodat Florence verzekerd is van een voortdurende stroom bezoekers die terugkeren dankzij de wonderbaarlijke invloed van deze bronzen snuit…