Een van de eersten die over Michelangelo’s creatie schreef, was Vasari, die volgens Ross King in De hemel van de paus ‘een rechtstreekse vergelijking trok tussen Michelangelo’s scheppende werk met het penseel en Gods besluit tot scheppen, door te suggereren dat op het fresco de schepping van de mens niet zomaar wordt uitgebeeld, maar opnieuw wordt uitgevoerd.
Als Michelangelo’s Adam niet te onderscheiden is van de door God geschapen variant, volgt daaruit dat Michelangelo zelf een soort god is. Hogere lof is moeilijk voorstelbaar, maar de openingsstelling van Vasari’s biografie luidt dan ook dat Michelangelo Gods vertegenwoordiger op aarde was, die uit de hemel was gekomen om de mensheid ‘de volmaaktheid van de ontwerpkunst’ te tonen.’
Het is voor ons, gewend als we zijn aan dit detail van Michelangelo’s plafond in de Sixtijnse Kapel, lastig om ons voor te stellen dat deze afbeelding ook wel eens anders bekeken is. Zo vertelt Ross King dat het gebaar soms werd beschouwd ‘als de vermanende vingerbeweging van een autocraat.’
De simpele aanraking werd pas in de tweede helft van de twintigste eeuw als iets wezenlijks beschouwd. Een keerpunt lijkt het jaar 1951 te zijn geweest, toen er een driedelige geschiedenis van de schilderkunst verscheen waarin slechts dit detail van Michelangelo’s fresco werd afgebeeld:
Het gevallen gedeelte was juist het stuk waar de handen van God en Adam bij elkaar komen. Michelangelo kon de schade niet meer herstellen – hij was inmiddels overleden. De handen die nu te bewonderen zijn, zouden dan ook het werk zijn van een kunstenaar uit Modena, Domenico Carnevale. Deze schilder heeft zich vast niet kunnen voorstellen dat zijn handwerk tot ver na zijn dood over de hele wereld bekend en geliefd zou blijven…
Meer lezen over Michelangelo en de Sixtijnse Kapel? In Ross Kings De hemel van de pauswordt elk detail bijzonder interessant beschreven – een meesterwerk van formaat!
Bekijk hier enkele kunstzinnige variaties op Michelangelo's schepping.