Het gebruik van bloemen om de komst van de lente te vieren is ook terug te vinden in rituelen uit de oudheid. De reden waarom de stad Rome er tegenwoordig ook mee uitpakt is louter decoratief. De Spaanse Trappen worden aangekleed door specialisten en medewerkers van de stedelijke bloemen- en plantenkwekerij. Ze presenteren meestal meerdere variëteiten van azalea's die ze voornamelijk selecteren op kleur. De witte azalea die wordt gebruikt draagt zelfs de naam Bianca di Piazza di Spagna.
Binnen de familie van rhododendron, de wetenschappelijke naam, zijn er meer dan 25.000 rassen en hybriden bekend. Wegens de omvang is een aantal planten is nog eens onderverdeeld in andere soorten. Rhododendrons zijn geliefd als sierplanten in tuinen en parken.
Behalve mooi is de azalea vooral ook zeer giftig. De plant was in het verleden erg berucht omdat ze door de maffia en andere gangsters vaak werd gebruikt om een tegenstander duidelijk te maken dat hij maar beter op z'n tellen kon passen. Het bezorgen van een boeket met deze bloemen in een zwarte vaas werd aanzien als een regelrechte doodsbedreiging.
Behalve in de bladeren zit de gifstof ook in de meeldraden en deze kan hierdoor terechtkomen in de honing van bijen die zich met de nectar van rododendrons hebben gevoed. Deze honing kan hallucinerend werken. In de oudheid vertelde de schrijver Xenophon reeds over het speciale gedrag van soldaten, die zich met dergelijke honing hadden gevoed. Voor paarden kan het eten van de plant dodelijk zijn.
Het is een ironische speling van de geschiedenis dat de Spaanse Trappen helemaal niet Spaans zijn. In de 17de eeuw wilden de Fransen de Trinità dei Monti verbinden met het plein beneden. Dit plan werd echter tegengehouden, omdat het ontwerp een prominente plaats voor een standbeeld van Lodewijk XIV voorzag. Dat zag de paus niet zitten. In 1723 belastte paus Innocentius XIII de Italiaanse architect Francesco de Sanctis met het werk, die samen met Alessandro Specchi een ontwerp presenteerde dat zowel voor de Fransen als de paus aanvaardbaar was.
Van het standbeeld van Lodewijk XIV was in het nieuwe ontwerp geen sprake meer en de Fransen kregen uiteindelijk hun trapverbinding. Maar al meteen begonnen de mensen de nieuwe verbindingsweg te omschrijven als de Spaanse Trappen. Dat kwam omdat op het plein beneden, de Piazza di Spagna, zo geheten werd omdat daar sinds de 17de eeuw de Spaanse ambassade was gevestigd. De Spaanse ambassade van de Heilige Stoel bevindt zich daar trouwens nog altijd.
Nog sterker is dat het plein, voordat de ambassade er neerstreek, Piazza di Francia heette. Op een of andere manier maakten de Romeinen destijds, na de bouw van de trap, veel vlugger de link naar Spanje dan naar Frankrijk, zodat de Fransen al gauw moesten vaststellen dat hun trapverbinding, waarvoor ze zoveel moeite hadden gedaan, door iedereen werd en nog steeds wordt toegeschreven aan de Spanjaarden.
Nochtans hadden ze echt wel moeite gedaan om de trappen te verbinden met zoveel mogelijk Franse elementen. De trappen werden gebouwd tussen 1723 en 1726, met geld van de Franse ambassadeur Etienne Gueffier, die in 1661 een bedrag van 24.000 scudi naliet. Hij wilde een mooie trap die de ongemakkelijke smalle paadjes naar boven moest vervangen.
Onderaan de trap, op de pilaartjes, hebben de bouwers Franse lelies ingewerkt. Geen mens die dat nog ziet en als het al wordt opgemerkt denkt men meestal dat het de lelie is uit het Farnese-wapen. De Spaanse Trappen tellen tien keer twaalf treden en drie terrassen, wat een verwijzing is naar de Trinità dei Monti (Drievuldigheid van de bergen). Deze kerk was de laatste rustplaats voor de pelgrims die naar de Sint-Pietersbasiliek trokken.